Interview met Ilse Roubos en Thijs Vietje, senior beleidsmedewerkers bij NZa
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in samenwerking met het Zorginstituut Nederland in 2020 het Advies Passende Zorg geschreven. Zorg1 heeft contact gezocht met de schrijvers en heeft Ilse Roubos en Thijs Vietje, beiden senior beleidsmedewerker bij NZa en mede-schrijvers aan het rapport meer dan bereid gevonden om nadere uitleg te geven. Wat betekent dit rapport voor de fysiotherapiebranche? In dit duo-interview geven ze uitleg.
Kunnen jullie meer uitleg geven over het Advies Passende Zorg? Waarom is het geschreven?
Thijs: “Het Advies Passende Zorg is gebaseerd op een aantal belangrijke ontwikkelingen die nu plaatsvinden in de zorg. Aan de ene kant zien we dat er in de zorg steeds meer behoefte ontstaat tot samenwerken en het integraal organiseren van de zorg. Aan de andere kant zien we dat er steeds meer mensen ouder en hulpbehoevender worden. Deze ontwikkelingen samen nopen ons om nu goed te kijken wat er in de zorg nodig is om deze in de toekomst houdbaar, toegankelijk en betaalbaar te houden voor de burger. Daarvoor hebben we het Advies Passende Zorg geschreven.”
“Met het Advies Passende Zorg zeggen we ook ‘het is vijf voor twaalf”
Het advies is gebaseerd op een aantal principes en die zijn:
- Waardegedreven; dat betekent dat het een combinatie is van doelmatigheid maar ook dat de uitkomst voor de cliënt centraal staat. Voldoet de zorg aan wat er echt nodig is voor de cliënt?
- Cliëntgebonden; dus niet de een levert dit, de ander dat. Maar kijken wat nodig is in de situatie van de cliënt. Cliëntgebonden zorg noemen we dat. Daar komt het multidisciplinaire werken om de hoek kijken. Daar moet je elkaar vinden, daar moet je elkaar spreken.
- De juiste zorg op de juiste plek; dat is inmiddels een bekende uitspraak in de zorg. Wij kijken hierbij bijvoorbeeld hoeveel er van de ziekenhuiszorg verplaatst kan worden naar de thuiszorg, maar ook hoeveel zorg moet persoonlijk gedaan worden en hoeveel zorg kan digitaal geleverd worden?
- Preventie; We moeten het veel meer gaan hebben over gezondheid in plaats van ziekte. We hebben nu een zorgstelsel dat met name is gericht op het leveren en vergoeden van zorg. Er is nog geen goed vergoedingsmodel waar wordt betaald voor het voorkomen van zorg. Dit komt vooral omdat de effectiviteit van preventie ingewikkeld is om te meten. Echter preventie is in ons advies wel een duidelijke en belangrijke pijler. Preventie moet steviger worden verankerd, ook in het werk van de zorgprofessionals, zorgverzekeraars en in onze wet- en regelgeving.
Met dit advies zeggen we ook dat het nu tijd is om daar vaart mee te maken. Het is niet een advies om er weer eens uitgebreid over na te denken en te praten, maar het is nu vijf voor twaalf en het is nu echt tijd dit nu te doen anders lopen we straks achter de feiten aan.”
Hoe moeten fysiotherapiepraktijken zich ontwikkelen de komende jaren?
Ilse: “Ik denk dat fysiotherapie een belangrijke bijdrage kan leveren aan de principes van passende zorg. We vinden het belangrijk dat fysiotherapie steeds meer onderdeel gaat vormen van multidisciplinaire zorg. Laat ik als voorbeeld de behandeling van artrose nemen, daar zie je dat de patiënt behoefte heeft aan zorg van verschillende zorgverleners. De fysiotherapeut zou onderdeel moeten zijn van een multidisciplinair team.
We willen dan ook graag kijken naar hoe deze multidisciplinaire setting bekostigd kan worden. De fysiotherapiebranche heeft nu best een ingewikkeld systeem. Er is maar een beperkte vergoeding vanuit de basisverzekering en er zijn maar een beperkt aantal behandelingen in de aanvullende verzekering mogelijk. Je moet altijd terug rekenen in aantal behandelingen. Dit systeem beperkt de samenwerking, want de huisartsenzorg krijgt de patiënt bijvoorbeeld wel vergoed vanuit de basisverzekering, terwijl de fysiotherapie beperkt wordt vergoed vanuit de basisverzekering. Het systeem werkt ook beperkend in het stimuleren van de preventieve zorg. Doordat de fysiotherapeut betaald krijgt per behandeling en niet voor zorg die voorkomen wordt of op basis van uitkomsten van de zorg. We zien een hele belangrijke rol voor fysiotherapeuten in passende zorg, maar we zien nog wel beperkingen in onder andere het bekostigingssysteem. Daar willen we met de fysiotherapeuten verder aan werken om te kijken hoe we dit systeem beter toepasbaar kunnen maken.”
Welke rol zien jullie voor partijen als Zorg1 binnen dit advies?
Ilse: “Zorg1 heeft heel veel initiatieven waarin zij graag willen samenwerken met andere zorgverleners. Dat willen ze doorgeven richting hun leden. Zij gaan de gesprekken aan met de zorgverzekeraars. De toegevoegde waarde van Zorg1 is hierdoor zeker groot. Vanuit NZa kunnen wij de regels wel stellen, maar uiteindelijk moeten de zorgverzekeraars het inkopen. Het is belangrijk dat deze contracten stimuleren om passende zorg te leveren.”
Wat vinden jullie belangrijk om met de klanten van Zorg1 te delen voor wat betreft de adviezen van de NZa
Thijs: “Het is belangrijk dat er rond bepaalde cliëntgroepen veel meer de samenwerking wordt opgezocht. Het moet lonen voor zowel de cliënt als de zorgaanbieder om waar nodig de multidisciplinaire aanpak goed met elkaar vorm te geven. Dat is nu niet eenvoudig omdat al die verschillende disciplines ook verschillen in financiering en aanspraak kennen. Het meeste is gebaseerd op vergoeden van directe tijd. Al die factoren samen maken het complex als één team op te trekken. Daar ligt volgens mij een grote uitdaging, niet alleen voor ons als NZa maar ook voor zorgverzekeraars en voor de beroepsgroepen.”
Ilse: “Ik denk dat er ook nog wel een cultuuromslag nodig is bij de fysiotherapeut. Dat niet alleen het effect of doel van de behandeling centraal staat maar dat de patiënt in zijn geheel centraal wordt gesteld. Maar tegelijkertijd is het aan de NZa om daar de juiste voedingsbodem voor te geven. Om de prikkels daarvoor zogezegd goed te zetten.”
“Het is een beweging die we in gang willen zetten”
Hoe bindend is het advies passende zorg?
Thijs: “Wat uniek is aan dit rapport is dat het samen is geschreven met het Zorginstituut Nederland. Dus dit is wel echt het gesprek dat we gaan voeren met elkaar de komende tijd. Het staat hoog op de bestuurlijke agenda om dit te gaan realiseren en om er op korte actie op te ondernemen. We gaan ook beginnen waar we kunnen beginnen. We gaan ook niet wachten tot iedereen er klaar voor is. Je hebt eerst een beweging nodig en die willen we nu in gang zetten en dan volgt daarna waar nodig en mogelijk de wet- en regelgeving.”
“Met de hulp van Zorg1 kunnen experimenten landelijk uitgezet worden”
Ilse: “Zorg1 kan heel goed helpen bij het in gang zetten van die beweging. Zij vertegenwoordigen heel veel fysiotherapeuten in de branche waarbij je dus experimenten niet alleen regionaal maar ook meer landelijk kan uitzetten. We zien nu steeds meer experimenten waarbij er meer in behandeltrajecten wordt gedacht. Ook experimenten waarin meer samen wordt gewerkt. Zo was er onlangs in het nieuws het experiment Fit for Surgery, waar je ziet dat bepaalde fysiotherapeuten in de eerstelijn betrokken zijn en samenwerken met de ziekenhuizen om cliënten beter klaar te stomen voor hun operatie.”
“Laat ons weten waar verandering nodig is”
Thijs: “Wat ik nog op het hart wil drukken is dat dit geen beweging van bovenaf is. We staan nu juist open voor input en signalen vanuit de praktijk. Laat ons maar zien waar het knelt. Waar komt een samenwerking niet goed van de grond en waar komt dat door? Dit advies is een uitnodiging aan de fysiotherapiebranche om mee te doen en te denken en vooral om te laten weten waar verandering nodig is. Dus we roepen alle fysiotherapeuten op om te laten zien waar ze tegenaan lopen en om met ons in gesprek te gaan.”