“Helpen opzetten van het Zorg1 Schouder Programma past ons als een jas”
Dr. Marsha Tijssen is fysiotherapeute, bewegingswetenschapper en projectleider van het Kenniscentrum van Sport Medisch Centrum Papendal (SMCP) . Dit kenniscentrum handelt naar de kernwaardes kwaliteit, innovatie, klantgericht en toegankelijk zijn. Hier sluit het helpen opzetten van het Zorg1 Schouder Programma perfect bij aan.
“Op het moment dat Zorg1 ons benaderde met het verzoek of wij een bijdrage wilde leveren aan het Zorg1 Schouder Programma, twijfelden wij geen moment. Het opzetten van het Zorg1 Schouder Programma past ons als een jas.”
“Vanuit Zorg1 hebben Lotte de Jong en Ron Haanschoten de kaders geschetst waar het schouderprogramma aan moet voldoen. In Keele (UK) is veel onderzoek gedaan naar het gebruik van de STARTback Tool en START MSK Tool als indicators voor zogenaamde stratified care. De informatie uit deze onderzoeken is gebruikt als leidraad bij het ontwikkelen van dit schouderproduct. .”
Samen met mijn collega’s Dr. Robert van Cingel- directeur SMC Papendal, sportfysiotherapeut en manueel therapeut en Beate Dejaco – sportfysiotherapeut en manueel therapeut was het aan ons de taak om het programma binnen deze kaders op te zetten. Met onze klinische en wetenschappelijke kennis geven wij invulling aan de gestelde kaders voor het ontstaan van het Zorg1 Schouder Programma.”
Programma bepaalt niet de methoden, enkel de richting
“De behandelend therapeut neemt vooraf de vragenlijst van het STarT MSK tool door met de patiënt. Door dit te doen wordt deze ingedeeld in een bepaald zorgzwaarteprofiel, variërend van licht tot zwaar. “Dit profiel wordt gebruikt om het behandelproces uit te stippelen. De uitkomst geeft enkel een richting aan, maar geen concrete methoden. Dit vult de fysiotherapeut zelf in.”
“Onnodige behandelingen zijn verleden tijd”
Op dit moment wordt het Zorg1 Schouder Programma nog niet in de fysiotherapiepraktijken gebruikt, maar de variant voor de nek en lage rug wel. “Met de StarT MSK tool komen wij vooraf veel te weten over de patiënt. Dit inzicht is vooraf zeer waardevol, want het voorkomt onnodige behandelingen. In de praktijk zijn wij hierdoor in staat om de behandelingen zo goed en efficiënt mogelijk aan te laten sluiten bij de patiënt. De tijd die we gebruiken voor de behandelingen wordt daardoor optimaal benut.” Een andere waardevolle bijkomstigheid van het werken met het Zorg1 Schouder Programma is dat de praktijk bevestiging krijgt op de te volgen koers.
Op termijn is het de bedoeling dat het Zorg1 Schouder Programma nog meer voordelen oplevert. Als meerdere praktijken hiermee gaan werken kan er veel informatie verzamelt worden. Door deze data terug te koppelen bij zorgverzekeraars kan de urgentie van de methode worden onderstreept. “Belangrijk om te vermelden is dat de manier van behandelen niet veel verandert. Het Zorg1 Schouder Programma biedt meer structuur, vermindert onnodige behandelingen en geeft ons bevestiging voor te volgen koers”, sluit Tijssen af.